Een groep bewoners in Rotterdam kreeg de kans om mee te denken over het lokale klimaatbeleid. Hun adviezen werden beloofd te worden overgenomen, maar toen zij ook suggesties deden met betrekking tot de haven, stuitte dit op weerstand.
Het Burgerberaad Klimaat, bestaande uit een representatieve groep Rotterdammers, kwam vorig jaar bijeen om te discussiëren over manieren waarop de stad de klimaatdoelen kan behalen. Voorstellen zoals het aanpakken van zwerfafval, het vergroenen van de stad met meer bomen, en het dimmen van straatverlichting werden besproken.
Hoewel het burgerberaad zichzelf beperkingen oplegde en alleen voorstellen met 80 procent draagvlak zou indienen, riep een voorstel met steun voor CO₂-beperking in de haven weerstand op bij het Rotterdamse college. Het college benadrukte dat zij niet de bevoegdheid hadden om dergelijke regels in te stellen. Dit leidde tot teleurstelling bij de deelnemers en een deel van de gemeenteraad.
Sommige deelnemers aan het burgerberaad en raadsleden benadrukten het belang van het betrekken van de haven bij klimaatdiscussies. Het niet kunnen bespreken van de CO₂-uitstoot in de haven werd als een gemiste kans gezien. Terwijl sommige partijen begrip toonden voor het standpunt van het college en de mogelijke gevolgen van strengere CO₂-normen voor bedrijven in de haven.
De teleurstelling en verdeeldheid tonen de complexiteit van het betrekken van burgers bij klimaatbeleid en de uitdagingen die gepaard gaan met het integreren van diverse belangen in stadsplanning en milieubeheer.