Rotterdam heeft besloten 66 geroofde voorwerpen uit de gemeentelijke collectie terug te geven aan Indonesië. Uit onderzoek is gebleken dat deze voorwerpen zijn buitgemaakt door het Nederlandse leger. De havenstad volgt hierbij de teruggaveregels voor de Staat. Deze stap markeert een belangrijke beweging in het herstellen van koloniale onrechtvaardigheid.
Sinds 2021 geeft de Staat kunstwerken, persoonlijke eigendommen en menselijke resten uit koloniale gebieden in de Rijkscollectie terug wanneer het land van herkomst hierom verzoekt. Echter, er zijn nog geen afspraken gemaakt over gemeentelijke collecties.
De Commissie Koloniale Collecties heeft het kabinet geadviseerd om 282 ceremoniële wapens, sieraden en gebruiksvoorwerpen terug te geven aan Indonesië. Dit betrof objecten die via roof en plundering in bezit waren gekomen van de Staat, waaronder de collectie Puputan Badung en twee beelden uit de Singasaritempels op Java.
De 66 geroofde voorwerpen van de gemeente Rotterdam zullen vandaag worden overgedragen aan Indonesië in het Wereldmuseum Rotterdam, dat de objecten voor de gemeente beheerde. De Rotterdamse wethouder van cultuur en de Indonesische ambassadeur in Nederland zullen hiervoor een overeenkomst ondertekenen.
De ambassadeur van Indonesië is verheugd over de teruggave en noemt de voorwerpen 'meer dan objecten', aangezien ze symbolen van identiteit zijn voor de voormalige kolonie. Wethouder Said Kasmi van Rotterdam benadrukt dat de teruggegeven objecten nooit eigendom van de havenstad waren.