Rotterdam stopt met LVV-regeling
Rotterdam heeft besloten te stoppen met de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV), ook bekend als 'bed-bad-brood'. Dit besluit komt doordat de overheid vanaf 1 januari 2025 niet langer de regeling financiert. De gemeente vreest dat hierdoor een deel van de betrokkenen mogelijk op straat belandt.
Impact in andere steden
Rotterdam is de eerste van de vijf steden met een bed-bad-brood-regeling die aangeeft te stoppen. Amsterdam en Utrecht zullen volgend jaar doorgaan met de regeling, maar voor eigen rekening. Eindhoven en Groningen zijn nog bezig met het vinden van een oplossing voor hun LVV-regeling.
Doel van de LVV-regeling
De LVV-regeling is opgezet voor mensen zonder verblijfsvergunning die nog niet teruggekeerd zijn naar hun land van herkomst. Zij ontvangen sobere opvang terwijl hun situatie wordt onderzocht.
Zorgen van Rotterdamse gemeente
De gemeente Rotterdam wil de regeling alleen verlengen als het Rijk financiële steun biedt. Minister Marjolein Faber heeft echter aangekondigd dat de overheid vanaf 2025 niet langer bijdraagt aan gesubsidieerde opvang, maar inzet op terugkeerbeleid.
Situatie van deelnemers
Op dit moment maken 45 ongedocumenteerde vreemdelingen gebruik van de regeling in Rotterdam. Voor zeventien deelnemers is de situatie complex en voor tien anderen is geen duurzame oplossing voorhanden, vanwege gezondheidsproblemen en verslaving. Rotterdam vreest dat deze groep mogelijk op straat belandt, met risico op ernstige gevolgen.
Oproep tot structurele oplossing
De gemeente Rotterdam dringt bij het Rijk aan op een structurele en menswaardige oplossing voor deze groep, samen met andere gemeenten die ook vrezen voor mogelijke dakloosheid onder ongedocumenteerden in de toekomst.