Politie Rotterdam ontkent blunders Kunsthal

De politie in Rotterdam was in de nacht van de schilderijenroof in de Kunsthal snel ter plaatse. Daarop werd samen met de beveiliging van de Kunsthal geconstateerd dat er geen sporen van braak waren.

Ook zag de politie geen reden tot zorg omdat ‘er schilderijen aan de muren hingen’. Dat meldt het OM in Rotterdam donderdag in reactie op berichtgeving van het AD, dat sprak van flinke blunders van de politie die nacht.
De krant schreef donderdag op basis van justitiële documenten dat agenten en beveiligers pas na vijf kwartier doorhadden dat er überhaupt een roof had plaatsgevonden. De politie ging weg nadat er geen sporen van braak leken te zijn en moest vervolgens terugkeren. 
Niets aan de hand!
Volgens een advocaat van een van de verdachten zou de politie zelfs nog geruststellend hebben gezwaaid. Een woordvoerder van het OM bevestigt donderdag de politie wegging omdat er niets aan de hand leek en zo’n vijf kwartier later weer terugkwam. Het was dan ook aan de beveiliging om te constateren dat er schilderijen misten, aldus de zegsvrouw.
Dat de politie de Roemeense verdachten zou zijn tegengekomen bevestigt het OM niet. Het zou niet blijken uit het dossier.
Drie verbrande doeken
Het OM laat verder weten donderdag het onderzoek naar de mogelijke verbranding van de kunstwerken uit Roemenië te hebben ontvangen. Uit onderzoek werd duidelijk dat in ieder geval de resten van drie schilderijen werden gevonden in de kachel van een van de verdachten, de moeder van de hoofdverdachte. De resultaten van dat onderzoek worden nu bestudeerd, aldus justitie.
In oktober werden bij de Kunsthal zeven werken geroofd van Pablo Picasso, Henri Matisse, Paul Gauguin, Meyer de Haan, Lucian Freud en twee van Claude Monet. De schade wordt geschat op achttien miljoen euro.
Door: Novum